Het oude cultuurlandschap, zoals dat tot in het begin van vorige eeuw nog veel  in de gemeente Heumen en omstreken voorkwam, omvat biotopen die karakteristiek zijn voor de voedselarme droge zandgronden.

In deze biotopen komen meer dan 70 planten-, paddenstoelen- en dierensoorten voor die op de ‘rode’ lijst staan.

Veel van deze zeldzame soorten kunnen alleen overleven door gebruik te maken van traditionele beheermaatregelen.

Moestuin

Laat de kinderen ontdekken hoe boerenkool of de boontjes groeien. Ervaar hoe het is om ook de kevers, rupsen en andere insecten niet te bestrijden in een moestuin.

 

Akkers

We proberen de akkers te beheren zoals dat vóór 1950 gebruikelijk was, dat betekent veel handwerk! Zeldzame gewassen die je niet meer tegenkomt in Nederland, vinden hier nog een plaatsje zoals pauwengerst, eenkoorn, huttentut en vlas. Daarnaast krijgt ook de akkerflora een kans, waardoor bedreigde planten te vinden zijn.

Haag

Eigenlijk is er geen echte haag maar een struweelrand. De functie hiervan was vroeger om het vee op het land te houden. Meidoorn was hiervoor de meest aangeplante struik, waar dan tussen allerlei andere soorten opkomen zoals sleedoorn, egelantier en kardinaalsmuts. De haag biedt een prima nest- en schuilplaats voor de vogels en biedt bovendien vruchten voor hen.

Schraal grasland

Schraal grasland biedt weinig voedingsstoffen voor  de gewassen die verbouwd worden. een specifieke flora ontstaat op deze arme grond. Zandblauwtje, schapenzuring, muizenoor en hazenpootje zijn een paar voorbeelden. Op zonnige dagen krioelt het van leven, allerlei soorten vlinders, krekels en sprinkhanen zijn op zoek naar voedsel. ook hagedissen en hazelwormen tref je hier aan die zich dan opwarmen in de zon.

 

Bijenstand

Veel keuterboeren hielden ook bijen, meestal in gevlochten korven. Op de heemtuin vind je een bijenstand met zo’n 8 bijenkasten waar ongeveer zes volken worden gehouden. Daarnaast is er een kast die je van binnen kunt bekijken en is er een boom (stam) waarin een bijenvolk is gehuisvest.

Kruidentuin

In de kruidentuin worden de traditionele kruiden geteeld zoals dat vaak bij kloosters te vinden is. Het gaat dan om keukenkruiden (bv peterselie), medicinaal kruid (bv kamille), verfkruid (bv guldenroede) en geurkruiden (bv lavendel). Vlinders worden aangetrokken door de kruiden en op zonnige dagen kun je hier verschillende soorten ontmoeten.

 

Vlechtheg

een bijzonder biotoop vormen de vlechtheggen, deze werden vroeger gemaakt als erfafscheiding en om het vee op het land te houden toen er nog geen prikkeldraad was uitgevonden. Stammetjes van o.a. meidoorn,  veldesdoorn worden deels doorgesneden en horizontaal neergelegd en vervlochten met palen om zo in stand te blijven. Insecten, vogels en kleine zoogdieren voelen zich prima thuis in een vlechtheg

 

Heide

Bij het vroegere cultuurlandschap hoort heide. In deze streek strekte deze zich uit van Nijmegen tot aan Plasmolen. Het grootste deel is weer bebost of als landbouwgebied in gebruik genomen. Om het stukje heide in de heemtuin in stand te houden, wordt elk jaar een sterkt vergrast gedeelte afgeplagd.

Ven

Het ven in de heemtuin is kunstmatig, om te voorkomen dat het ven verdroogt is er een waterdichte laag aangebracht (betonietmatten). Als het erg droog is moet het ven worden aangevuld om de flora en de fauna in stand te houden.

Amfibieënpoel

ook de amfibieënpoel is kunstmatig aangelegd. De randen van de poel lopen geleidelijk op waardoor een brede moeraszone ontstaat. De poel zit vol kikkers en salamanders en ook libellen komen regelmatig op bezoek.

Houtwal

Net als de hagen en de heggen dienden ze ook als vee- en wildkering. Het hout dat op de wal groeide werd eens in de 10-15 jaar gekapt en gebruikt om bijvoorbeeld palen en bezemstelen te maken. Als houthakwal is de wal in de heemtuin niet meer in gebruik, daarom groeit de beplanting (met name de eiken) flink uit.

Gemengd bos

Tot in de jaren zeventig was het bos in de heemtuin een productiebos met grove dennen die in rechte lijn waren beplant. Vanaf de jaren zeventig is het productiebos omgevormd tot gemengd bos. Eiken, berken en beuken zullen uiteindelijk het beeld gaan bepalen, maar daar gaan nog tientallen jaren overheen voordat zo ver is.

 

Houtkapbos

Het houtkapbos was bedoeld om hout te ‘oogsten’. Takhout werd gebruikt voor de kachels en de ovens. De overstaande eiken werden gebruikt voor de bouw. Als de struiken afgezaagd worden komt er ineens een grote hoeveelheid licht op de bodem, dat biedt kansen voor een groot aantal plantensoorten die dan hele bloementapijten kunnen vormen (bijvoorbeeld dagkoekoeksbloem, look zonder look en stinkende gouwe)